Hof 's-Hertogenbosch sluit zich na verwijzing aan bij het compromis dat partijen hebben gesloten.

X bv exploiteert een bedrijf dat is gespecialiseerd in het reinigen van tankauto's. Voor de jaren t/m 2008 ontvangt X bv (als ‘tabelbedrijf') aanslagen verontreinigingsheffing die zijn berekend met toepassing van de wettelijke formule van art. 22 WVO juncto art. 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water. In geschil is of X bv voor de jaren 2009 en 2010 terecht aanslagen (als meetbedrijf) heeft gekregen. Deze aanslagen zijn opgelegd naar een groter dan door X bv aangegeven aantal vervuilingseenheden, dit op basis van de resultaten van afvalwateronderzoeken. Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de aanslag verontreinigingsheffing 2009 omdat X bv er vanuit mocht gaan dat zij ook in 2009 een tabelbedrijf was. De aanslag 2010 blijft in stand. De Hoge Raad acht het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden dat X bv moest weten dat zij in 2010 niet langer een tabelbedrijf, maar een meetbedrijf was, onbegrijpelijk. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X bv gegrond en verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch.

Hof 's-Hertogenbosch sluit zich na verwijzing aan bij het compromis dat partijen hebben gesloten. Het hof vermindert de aanslag zuiveringsheffing 2010 naar een bedrag van € 33.024,84. Iedere partij draagt haar eigen proceskosten, met dien verstande dat de heffingsambtenaar gelet op het verwijzingsarrest het griffierecht dient te vergoeden voor de procedures in eerste en tweede aanleg (voor verwijzing).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Wet verontreiniging oppervlaktewateren 22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen