K bv en L bv exploiteren kavels grond via verhuur- en erfpachtcontracten. Begin 2006 verkrijgt belanghebbende, X bv, de ondernemingen van K bv en L bv via een juridische fusie. X bv sluit vervolgens een bemiddelingsovereenkomst met C, om de kavels te verkopen. De bij de verkoop van de kavels behaalde winst wil X bv in een HIR onderbrengen. De inspecteur is echter van mening dat de kavels tot de voorraad van de onderneming van X bv behoren, en dat de verkoopwinst dan niet aan een HIR kan worden toegevoegd.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de kavels bedrijfsmiddelen vormen. Het hof wijst er daarbij op dat X bv, door de fusies, de activa en passiva van K bv en L bv onder algemene titel heeft verkregen, en met betrekking tot de verkregen kavels in de plaats treedt van de verdwijnende rechtspersonen (K bv en L bv). Dit houdt volgens het hof in dat de kavels ook voor X bv bedrijfsmiddelen vormen, en dat X bv de verkoopwinsten aan een HIR kan toevoegen. Het gelijk is aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 3.54
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 19 juni