Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de renseignementen mag gebruiken bij het opleggen van de aanslag. Gebruik van gerenseigneerde informatie is niet in strijd met enig beginsel van internationaal recht, niet met het EVRM en ook niet met enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X verantwoordt in haar IB-aangifte 2016 een inkomen van € 43.200 en € 15.656 aan ingehouden loonheffing. De inspecteur corrigeert de aangifte en houdt nog rekening met het van C bv genoten inkomen van € 1319. Aan ingehouden loonheffing verrekent de inspecteur € 14.722. X is het daarmee niet eens en stelt dat de inspecteur de renseignementen niet had mogen gebruiken en zij bij € 1319 aan meer inkomsten € 1584 meer IB moet betalen.
Hof Den Haag (V-N 2022/6.1.3) oordeelt dat de inspecteur de renseignementen mag gebruiken bij het opleggen van de aanslag. Gebruik van gerenseigneerde informatie is niet in strijd met enig beginsel van internationaal recht, niet met het EVRM en ook niet met enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Verder zijn de gegevens door de inspecteur niet op een wijze verkregen die zozeer indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik van die gegevens ontoelaatbaar moet worden geacht. Het hof rekent vervolgens voor waar het verschil tussen de aangifte en de aanslag vandaan komt. Naast de niet aangegeven inkomsten is ook de ingehouden loonheffing niet correct. De aanslag blijft in stand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 1 juni