Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de dubbele beboeting niet in strijd is met het 'ne bis in idem' beginsel. De art. 10a-boete ziet namelijk op het niet tijdig informeren van de inspecteur en de art. 67f-boete ziet op het niet tijdig volledig betalen van de btw.

De Fiscale eenheid A bv, B bv c.s (hierna A bv) heeft over 2013 € 59.915 te weinig btw afgedragen. In 2017 heeft A bv dit erkend, nadat de inspecteur vragen had gesteld over de btw-balansposten in haar jaarstukken. In geschil is of terecht vergrijpboetes zijn opgelegd. Op grond van art. 10a AWR en art. 67f AWR zijn twee boetes opgelegd van elk € 5000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de dubbele beboeting niet in strijd is met het 'ne bis in idem' beginsel. De art. 10a-boete ziet namelijk op het niet tijdig informeren van de inspecteur en de art. 67f-boete ziet op het niet tijdig volledig betalen. De omstandigheid dat beide normschendingen betrekking hebben op dezelfde btw maakt dat niet anders. Dit wordt echter wel meegewogen bij de beoordeling van de strafmaat. Het totaalbedrag van de boetes is passend en geboden. Er is namelijk sprake van grove schuld. Vast staat dat A bv zelf haar btw-aangiften deed. A bv stelt dus vergeefs dat zij geen goede afspraken met haar toenmalige accountant had gemaakt. Het beroep van A bv is ongegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen