Wolfgang und Dr. Wilfried Rey Grundstücksgemeinschaft GbR (Rey GbR) sticht in de jaren 1999-2003 een onroerende zaak. Van de voorbelasting brengt Rey GbR 78,15% in aftrek. Rey GbR hanteert daarbij een verdeelsleutel op basis van de verhouding tussen de te verwachten omzet uit de verhuur van de bedrijfseenheden (aan btw onderworpen) en de te verwachten omzet uit de overige verhuur (van btw vrijgesteld). De Duitse fiscus aanvaardt deze verdeelsleutel op basis van de omzet. In 2004 worden vervolgens enkele onderdelen van de onroerende zaak vrij van btw verhuurd, terwijl ze aanvankelijk waren bestemd voor een aan btw onderworpen gebruik. In verband met de herziening claimt Rey GbR een teruggaaf van € 3500. De Duitse fiscus stelt echter dat een verdeelsleutel op basis van oppervlakte moet worden gebruikt. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat Duitsland in strijd met het EU-recht handelt door voor de pro-rata-aftrek een andere methode te hanteren dan een methode op basis van de te verwachten omzet. Volgens de A-G kan Duitsland de methode op basis van het oppervlak niet aan Rey GbR tegenwerpen, aangezien Duitsland de handelingen waarvoor deze berekeningsmethode geldt niet duidelijk heeft bepaald.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 26 november