BLC Baumarkt GmbH & Co. KG bouwt een gebouw met woningen en bedrijfsruimten voor de verhuur. Ter zake van de verhuur moet voor de bedrijfsruimten btw worden betaald. Voor de woningen geldt een btw-vrijstelling. Bij de aftrek van de btw hanteert BLC een pro rata op basis van de omzet van de bedrijfsmatige verhuur en de omzet van de woningverhuur. De Duitse Belastingdienst stelt zich echter op het standpunt dat het aftrekbare bedrag moet worden vastgesteld op basis van de oppervlakte van de bedrijfsruimten en de oppervlakte van de woningen. De Duitse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat art. 17 lid 5 Zesde btw-richtlijn zich er niet tegen verzet dat een andere verdeelsleutel dan de omzetverhouding wordt toegepast bij de verdeling van de voorbelasting over de oprichting van een gebouw voor gemengd gebruik. Het HvJ EU merkt daarbij nog wel op dat de toegepaste methode moet bewerkstelligen dat het pro rata voor de aftrek nauwkeuriger wordt bepaald.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 8 november