Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat het bezwaar tegen de 30%-beschikking terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding.
De gemachtigde van X dient op 11 juli 2019 namens X en zijn werkgever een verzoek om toepassing van de 30%-regeling in. De inspecteur geeft met dagtekening 1 november 2019 een 30%-beschikking af. Op 8 november 2019 ontvangt X een e-mail van de gemachtigde met de mededeling dat hij een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de 30%-beschikking. Op 18 maart 2020 stuurt de gemachtigde een brief, inclusief een kopie van het bezwaarschrift, aan de inspecteur met het verzoek alsnog te reageren op het bezwaarschrift. De inspecteur verklaart op 24 september 2020 het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. In geschil is of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur het bezwaar tegen de 30%-beschikking terecht niet ontvankelijk heeft verklaard. De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift eindigde op 16 december 2019, maar het bezwaar is pas op 20 maart 2020 ontvangen. Als bewijs van tijdige verzending doet de gemachtigde een beroep op de e-mail aan X. De e-mail is ontoereikend als bewijs dat het bezwaar daadwerkelijk tijdig is ingediend en naar het juiste adres is verstuurd. X voert geen redenen aan op basis waarvan kan worden geoordeeld dat hij redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. De termijnoverschrijding is niet-verschoonbaar. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ei
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 19 juli