Rechtbank Overijssel oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering ten onrechte geen rekening heeft gehouden met fiscale tegemoetkomingen in de Wet WOZ voor NSW-landgoederen.
X is eigenaar van een NSW-landgoed. In geschil is de WOZ-waardering over de jaren 2017 en 2018.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering ten onrechte geen rekening heeft gehouden met fiscale tegemoetkomingen in de Wet WOZ voor NSW-landgoederen. De heffingsambtenaar erkent dat de onroerende zaak van X een NSW-status heeft. Hij stelt echter dat de fiscale tegemoetkomingen niet gelden omdat niet is voldaan aan de eis dat de oppervlakte van de onroerende zaak voor ten minste 30% bezet is met houtopstanden of natuurterreinen (art. 2 lid 1 onderdeel c Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet). De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar zijn stelling onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Volgens de rechtbank heeft de heffingsambtenaar de aanwezige laagstamfruitbomen ten onrechte niet in de berekening van het percentage houtopstand meegenomen. Dit betekent dat de tegemoetkomingen wel van toepassing zijn en de WOZ-waarden vastgesteld moeten worden op de bestemmingswaarden van de gebouwde eigendommen en de gronden niet in de waardering worden meegenomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en stelt de WOZ-waarden zelf vast.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 8 februari