Hof Den Haag beslist dat de door een achternicht van haar oudtante verkregen erfenis terecht belast is naar het derdentarief in de erfbelasting.

Belanghebbende, X, is een achternicht van erflaatster die haar voor een belangrijk deel heeft opgevoed. Op 27 maart 2013 heeft erflaatster aan X een bedrag van € 50.000 vrij van recht geschonken. De aanslag schenkbelasting is tijdig voldaan en tegen de aanslag is geen bezwaar gemaakt. Erflaatster overlijdt in het jaar 2014. X is enig erfgenaam. Zij ontvangt een aanslag erfbelasting berekend naar het derdentarief. Het bezwaar hiertegen wordt ongegrond verklaard. X komt in beroep tegen beide aanslagen. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep tegen de aanslag schenkbelasting niet-ontvankelijk en tegen de aanslag erfbelasting ongegrond. X komt in hoger beroep.

Volgens Hof Den Haag had de rechtbank het beroepschrift, voor zover dit tegen de aanslag schenkbelasting is gericht, moeten aanmerken als een ten onrechte aan de rechtbank geadresseerd bezwaarschrift. Het hof stuurt dit bezwaarschrift alsnog door aan de inspecteur. Wat de aanslag erfbelasting betreft beslist het hof dat de verkrijging van X uit de nalatenschap van erflaatster terecht naar het derdentarief belast is. Daaraan doet niet af dat de werkelijke relatie tussen erflaatster en X veeleer die van oma en kleinkind was. 

Lees ook het thema: Vrijstellingen schenk- en erfbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:1

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Successiewet 1956 33

Successiewet 1956 27

Successiewet 1956 24

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 augustus

36

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen