De Europese Commissie heeft Nederland formeel voorgesteld om de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse overheidsbedrijven af te schaffen. Volgens de Commissie zouden overheidsbedrijven die economische activiteiten uitoefenen en daarbij concurreren met particuliere ondernemingen, ook vennootschapsbelastingplichtig moeten zijn. Volgens de Commissie is de huidige Nederlandse regeling in strijd met de EU-staatssteunregels.

Europese Commissie, 2 mei 2013, nr. IP/13/395  

De Europese Commissie heeft Nederland formeel voorgesteld om de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse overheidsbedrijven af te schaffen. Volgens de Commissie zouden overheidsbedrijven die economische activiteiten uitoefenen en daarbij concurreren met particuliere ondernemingen, ook vennootschapsbelastingplichtig moeten zijn. Volgens de Commissie is de huidige Nederlandse regeling in strijd met de EU-staatssteunregels. In juli 2008 heeft de Commissie al aan de Nederlandse regering haar voorlopige standpunt laten weten. De Commissie stelt een tweetal oplossingen voor die Nederlandse regeling weer EU-proof moeten maken. Nederland heeft nu één maand de tijd om de Commissie te laten weten of het met de voorgestelde aanpassingen kan instemmen. Als het niet tot een akkoord komt, kan de Commissie een formeel staatssteunonderzoek beginnen. De Nederlandse vrijstelling bestaat al sinds 1956, toen de EEG nog niet bestond. Daarom wordt de maatregel als bestaande  steun beschouwd. In dat geval is van terugvordering van toegekende steun geen sprake. Wel krijgt de betrokken lidstaat het verzoek om de maatregel stop te zetten.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Editie: 3 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen