Art. 80a Wet RO biedt de Hoge Raad de bevoegdheid om zaken in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren als de klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat de partij klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft, of als de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Uit onderzoek is gebleken dat het (totaal) beeld van de toepassing van art. 80a Wet RO positief is. De door de wetgever geformuleerde verwachtingen zijn voor de sector belastingrecht gerealiseerd. Dat schrijft minister Weerwind voor Rechtsbescherming aan de Eerste Kamer.
Art. 80a Wet RO heeft de Hoge Raad en het parket in staat gesteld de procedure voor het selecteren van zaken zodanig vorm te geven dat er bij gelijkblijvende capaciteit ruimte is ontstaan om tijd te kunnen besteden aan de zaken die van belang zijn voor rechtsontwikkeling en rechtseenheid. Daarmee kan de Hoge Raad zich meer concentreren op zijn kerntaken en is het door de wetgever beoogde hoofddoel bereikt.
Het onderzoeksrapport bevat ook aanbevelingen voor de toekomst. Zo wordt de Hoge Raad in overweging gegeven de drie sectoren (strafrecht, fiscaal recht en civiel recht) meer te laten overleggen over hun werkwijze. De evaluatie biedt onvoldoende aanknopingspunten om een onderzoek te starten naar de eventuele wenselijkheid van een cassatiebalie fiscaal recht.
Wetsartikelen:
Wet op de rechterlijke organisatie 80a
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Justitie en Veiligheid
Editie: 21 juli
Carrousel: Carrousel