Advocaat-generaal Rantos concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Duitsland voor verhitte tabak een aanvullende belasting heft, bovenop het belastingtarief voor pijptabak. Volgens de A-G streeft de betrokken belasting namelijk een ‘specifiek doeleinde’ na.

f6 Cigarettenfabrik GmbH & Co. KG produceert tabakssticks die in een verwarmingsapparaat worden verhit en waarmee dan via een mondstuk een nicotinehoudende aerosol kan worden geïnhaleerd. Tot 31 december 2021 berekent Duitsland de belasting op de verhitte tabak aan de hand van de berekening die geldt voor pijptabak. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit bedrag verhoogd met een ‘extra belasting’. f6 is het hier niet mee eens. De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Rantos concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Duitsland voor verhitte tabak een aanvullende belasting heft, bovenop het belastingtarief voor pijptabak. Volgens de A-G streeft de betrokken belasting namelijk een ‘specifiek doeleinde’ na. De aanvullende belasting streeft niet louter het doel van een hoog niveau van gezondheidsbescherming in het algemeen na, maar heeft vooral het specifieke doeleinde om nicotineafhankelijke consumenten ervan te weerhouden om van sigaretten over te schakelen op tabakssticks. Hiermee wordt beoogd om te voorkomen dat wordt overgeschakeld van de ene tabakscategorie op een andere die minder zwaar wordt belast.

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 2 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

162

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen