De Hoge Raad oordeelt dat een bestelauto niet louter als zodanig kwalificeert als de mogelijkheid om daarmee personen te vervoeren ondergeschikt blijft aan het vervoer van goederen. Vanwege het pleitbare standpunt van X wordt de verzuimboete wel vernietigd.

X is stoffeerder en maakt gebruik van een Mercedes Sprinter, waartoe hij het lage MRB-tarief voor ondernemers voldoet. Bij een controle wordt vastgesteld dat de dubbele passagiersstoel dwars achter de chauffeursstoel in de laadruimte is geplaatst. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag naar het gewone tarief van een personenauto, alsmede de 100%-verzuimboete van € 1808. Volgens X is de mogelijkheid om personen te vervoeren beperkt tot één persoon (vanwege de bevestigingsmogelijkheid van een veiligheidsgordel) en is de auto juist beter geschikt gemaakt voor het vervoer van lange tapijtrollen. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch is er geen mogelijkheid om af te wijken van de dwingendrechtelijke wettelijke bepaling dat de laadruimte van een bestelauto geheel vlak moet zijn. De boete wordt wel gematigd tot 25%, omdat X louter vanwege een doelmatige bedrijfsvoering de stoel heeft verplaatst en hij door Corona moeite heeft om het hoofd financieel boven water te houden. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat een bestelauto niet louter als zodanig kwalificeert als de mogelijkheid om daarmee personen te vervoeren ondergeschikt blijft aan het vervoer van goederen. Door het verplaatsen van de dubbele passagiersstoel naar de laadruimte is het geen bestelauto meer. De rechtbank had X op rechtskundige gronden in het gelijk gesteld. Het moet er daarom voor worden gehouden dat X een pleitbaar standpunt had om geen aanvullende aangifte in verband met de verplaatsing van de stoel te doen. Vanwege dit pleitbare standpunt wordt de boete vernietigd. Het beroep van X is gegrond. In cassatie is de redelijke termijn overschreden, maar X heeft niet verzocht om toekenning van een immateriële schadevergoeding. Er wordt daarom volstaan met de vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 24b

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 2 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

218

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen