Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de verzending van de brief onvoldoende aannemelijk maakt. Volgt terugwijzing.

Aan de heer X is begin 2019 door de gemeente Badhoevedorp een aanslag opgelegd. X verzoekt vergeefs om kwijtschelding. In geschil is of later terecht € 7 aanmaningskosten in rekening zijn gebracht. Volgens de heffingsambtenaar heeft X bericht ontvangen dat zijn kwijtscheldingsverzoek buiten behandeling is gesteld en dat het verleende uitstel van betaling is te komen te vervallen. X stelt deze brief nimmer te hebben ontvangen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de verzending van de brief onvoldoende aannemelijk maakt. Terugwijzing is noodzakelijk, omdat verschil van mening bestaat over de feiten en X een (financieel) belang heeft bij de terugwijzing. Het beroep van X is gegrond. X krijgt geen proceskostenvergoeding wegens door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemachtigde is namelijk werkzaam voor de eenmanszaak van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Kostenwet invordering rijksbelastingen 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 17 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen