Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat door het ontbreken van de beschikking invorderingsrente niet controleerbaar is of en in hoeverre de ontvanger de wettelijke bepalingen juist heeft toegepast.

De heer X procedeert vergeefs tot en met de Hoge Raad (8 juni 2018, 18/00640, V-N Vandaag 2018/2295) over de belastbaarheid van zijn ontslaguitkering. Vanwege het tussentijds genoten uitstel van betaling wordt later invorderingsrente in rekening gebracht. Volgens X is deze rente te hoog. De ontvanger kan de betreffende beschikking niet als processtuk overleggen. Er is alleen een overzicht met de maandelijkse verrekeningen (‘kennisgevingen’).

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat door het ontbreken van de beschikking niet controleerbaar is of en in hoeverre de ontvanger de wettelijke bepalingen juist heeft toegepast. Het is passend is om hieraan de ultieme consequentie te verbinden. Zowel de uitspraak op bezwaar als de beschikking worden vernietigd en de invorderingsrente moet worden terugbetaald. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Invorderingswet 1990 30

Invorderingswet 1990 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 17 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen