Hof Amsterdam beslist dat X geen recht heeft op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. X maakt de vervoerskosten voor medische doeleinden en de incontinentie van haar in 2014 minderjarige dochter niet aannemelijk.

Belanghebbende, X, claimt in haar aangifte ib/pvv 2014 aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Het betreft vervoerskosten voor bezoeken aan medische specialisten en kosten in verband met extra kleding en beddengoed. Dit laatste vanwege het feit dat de 7 à 8 jarige dochter van X dat jaar nog in bed plast. De inspecteur accepteert de aftrekpost niet.

Hof Amsterdam beslist, in navolging van de rechtbank, dat X geen recht heeft op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. X maakt niet aannemelijk dat de vervoerskosten voor medische doeleinden daadwerkelijk zijn gemaakt. Verder maakt X niet aannemelijk dat haar dochter in het jaar 2014 aan incontinentie leed. Uit de ongedateerde verklaring van de huisarts kan niet worden opgemaakt op welke periode die verklaring ziet. Ook volgt uit deze verklaring niet dat sprake is van incontinentie of een symptoom van een vergelijkbaar chronisch ziektebeeld. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen