Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een Nationale Entertainmentcard naar zijn aard een betaalmiddel is, aangezien een houder daarvan de nominale waarde kan gebruiken voor de betaling voor bepaalde goederen en diensten. Een NEC is daarom een handelspapier en de prestaties met betrekking tot de NEC vallen onder de btw-vrijstelling.

Stichting X is in 1974 opgericht door de Nederlandse Vereniging van Entertainment Retailers (NVER). X houdt zich bezig met het uitgeven, distribueren en afwikkelen van de Nationale Entertainmentcard (NEC). Dit is een plastic kaart met een chip waarop een tegoed kan worden geregistreerd. Hiermee kunnen dvd's en cd's en dergelijke worden gekocht. X heeft vanaf 2008 geen btw voldaan over de provisie die zij aan de winkeliers in rekening brengt. X heeft de btw die aan haar in rekening is gebracht ter zake van de NEC's wel volledig als voorbelasting in aftrek gebracht. In geschil is of deze aftrek terecht door middel van naheffing is gecorrigeerd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de kaart naar zijn aard een betaalmiddel is, aangezien een houder daarvan de nominale waarde kan gebruiken voor de betaling voor bepaalde goederen en diensten. Een NEC is daarom een handelspapier en de prestaties met betrekking tot de NEC vallen onder de btw-vrijstelling (art. 11-1-j sub 2 Wet OB 1968). X heeft daarom geen recht op aftrek van voorbelasting en de naheffing is terecht. De 10% verzuimboetes zijn passend en geboden, met dien verstande dat deze vanwege de overschrijding van de redelijke termijn met 15% worden gematigd. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen