Rechtbank Gelderland oordeelt dat het bedrag dat X bv heeft betaald in verband met het uitstel van de levering tot de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting behoort. Het bedrag van € 600.000 vormt een onderdeel van de tegenprestatie.

Belanghebbende, X bv, sluit op 1 september 2015 een overeenkomst in verband met de koop van een perceel grond met opstallen. Het perceel zal worden geleverd op 1 december 2015. In het contract wordt opgenomen dat X bv er voor kan kiezen om de levering met een maand uit te stellen, tegen een vergoeding van € 200.000, om de financiering rond te krijgen. Het perceel wordt uiteindelijk geleverd op 1 maart 2016. In geschil is of de vergoeding van € 600.000, die X bv in verband met drie maanden uitstel heeft betaald, tot de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting behoort.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het bedrag dat X bv heeft betaald in verband met het uitstel van de levering tot de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting behoort. De rechtbank overweegt daarbij dat uit de akte van levering blijkt dat het bedrag van € 600.000 wordt aangemerkt als onderdeel van de tegenprestatie. De rechtbank verwerpt verder nog de stelling van X bv dat de zaak niet vergelijkbaar is met een zaak waarin een vergoeding wordt betaald in verband met vervroegde levering. Volgens de rechtbank is deze zaak juist wel goed vergelijkbaar en behoort de vergoeding in beide gevallen tot de grondslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 9

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen