Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, en dat X geen recht heeft op een btw-teruggaaf. X heeft ook nergens het vertrouwen aan kunnen ontlenen dat geen bezwaar meer hoefde te worden gemaakt.

Sinds 1 januari 2013 is osteopaat X btw verschuldigd over de door hem verleende diensten. X is het hier echter niet mee eens en maakt, via zijn gemachtigde, bezwaar tegen de op aangifte voldane btw over het eerste half jaar van 2013. De gemachtigde merkt hierbij op dat ook bezwaar wordt gemaakt tegen alle daaropvolgende periodes, en verzoekt om een akkoordverklaring, maar krijgt alleen een telefonische bevestiging dat het bezwaar in behandeling is genomen. Op 27 maart 2015 oordeelt de Hoge Raad (nr. 13/02667, V-N 2015/19.18) dat de dienstverlening van X onder het bereik van de vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel g Wet OB 1968 valt. Op 20 oktober 2016 worden de bezwaren van X aangevuld. De inspecteur verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, en dat de beroepen gegrond zijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, en dat X geen recht heeft op een btw-teruggaaf. Het hof merkt daarbij op dat de gemachtigde weliswaar contact heeft opgenomen met de inspecteur over de te volgen procedure, maar dat daarbij alleen is aangegeven dat de brieven in behandeling waren genomen. Vervolgens stelt het hof vast dat de gemachtigde ook niet heeft gevraagd of zijn voorstellen akkoord waren, en dat hij er dan ook niet vanuit mag gaan dat de inspecteur het eens is met de voorstellen. Volgens het hof is bij de gemachtigde ook nooit enig vertrouwen gewekt dat geen bezwaar meer gemaakt hoefde te worden. Het komt dan voor rekening van X dat de bezwaren te laat zijn ingediend. Ook is er volgens het hof geen sprake van premature bezwaren, aangezien de voldoeningen waar bezwaar tegen wordt gemaakt ten tijde van het indienen van het bezwaar nog niet tot stand waren gekomen. Alhoewel X materieel gelijk heeft, heeft hij geen recht op de teruggaaf.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 februari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen