Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe concludeert dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is op de dienst die DPAS aan de patiënten verricht. De dienst als zodanig brengt namelijk niet de juridische en financiële wijzigingen mee die kenmerkend zijn voor de overdracht van een geldsom.

Het Britse Dental Plan Administration Services (DPAS) Limited stelt tandheelkundige zorgarrangementen op en voert deze arrangementen ook uit. Met een tandheelkundig zorgarrangement wordt bedoeld dat een tandarts toezegt bepaalde tandheelkundige zorg te verstrekken en dat de patiënt in ruil daarvoor een bepaald maandelijks bedrag betaalt. In het kader van die arrangementen biedt DPAS ook enkele andere diensten aan, namelijk verzekeringen en diensten op het gebied van betalingsadministratie. Patiënten betalen voor de arrangementen, via automatische incasso, een maandelijks bedrag aan DPAS. DPAS betaalt vervolgens, onder inhouding van een vergoeding, een bedrag aan te tandarts. In geschil is of de aan de patiënten verrichte diensten zijn aan te merken als ‘handelingen betreffende betalingen of overmakingen', waar een btw-vrijstelling voor geldt (art. 135 lid 1 onderdeel d Btw-richtlijn). De Britse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe concludeert dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is op de dienst die DPAS aan de patiënten verricht. Volgens de A-G brengt de dienst als zodanig namelijk niet de juridische en financiële wijzigingen mee die kenmerkend zijn voor de overdracht van een geldsom.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 23 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen