Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de heer X zelf feitelijk de proceshandelingen heeft verricht, zodat geen vergoeding voor door een derde verleende rechtsbijstand kan worden gegeven.

De heer X vecht zijn WOZ-beschikking van 2017 met succes aan bij de Rechtbank Noord-Holland. De WOZ-waarde is verminderd en X krijgt een reiskostenvergoeding van € 9,10. In hoger beroep vordert X bij monde van zijn gemachtigde Y bv een proceskosten-, reiskosten- en schadevergoeding.

Hof Amsterdam oordeelt dat X zelf feitelijk de proceshandelingen heeft verricht conform HR 3 juni 2016, 15/04616, V-N 2016/31.24 zodat geen vergoeding voor door een derde verleende rechtsbijstand kan worden gegeven. X is namelijk directeur-enig aandeelhouder van een bv, die enig bestuurder is en 100% van de aandelen bezit van Y bv. Er is dus terecht slechts een reiskostenvergoeding toegekend. De gemeente zal de aangepaste WOZ-waarde doorgeven aan onder meer de Belastingdienst. Het is niet gebleken dat X hoge kosten voor het laten corrigeren van zijn IB-aangifte zal moeten maken en daarvoor een schadevergoeding moet krijgen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 37b

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 7 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen