Rechtbank Den Haag oordeelt dat de garage en de woning een samenstel zijn en dus terecht zijn aangemerkt als één onroerende zaak.

De heer X en zijn echtgenote zijn eigenaar van een pand. X staat officieel ingeschreven op het adres van de benedenverdieping en zijn echtgenote op het adres van de bovenverdieping. De benedenverdieping bestaat uit een garage met toilet en keuken. De bovenverdieping is een tweelaagse bovenwoning. Vanaf 2018 zijn de garage en de woning voor de WOZ als één onroerende zaak aangemerkt. In geschil is of deze objectafbakening juist is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de garage en de woning een samenstel zijn en dus terecht zijn aangemerkt als één onroerende zaak. De garage is namelijk onder de woning gelegen en ze zijn met elkaar verbonden. Ook wat betreft gebruiksmogelijkheden zijn ze dienstbaar aan elkaar. Zo wordt de garage ook gebruikt als opslagruimte en maakt X gebruik van de sanitaire voorzieningen van de woning. De praktische bezwaren van X ten aanzien van de toekomstige huisnummering hebben voor de WOZ geen betekenis. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 augustus

137

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen