Hof Arnhem-Leeuwarden kan zich vinden in het standpunt dat de heffingsambtenaar ter zitting heeft ingenomen dat de WOZ-waarde van de woning € 170.000 bedraagt. De brief van de heffingsambtenaar na de zitting waarin hij terugkomt op zijn standpunt, vormt geen reden voor heropening van de zaak.  De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X is eigenaar van een geschakelde woning met garage. In geschil is de WOZ-waarde van deze woning voor belastingjaar 2012. Rechtbank Noord-Nederland acht de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van € 180.000 niet te hoog.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 8 januari 2014, 13/00545, V-N Vandaag 2014/72) kan zich vinden in het standpunt dat de heffingsambtenaar ter zitting heeft ingenomen dat de WOZ-waarde van de woning € 170.000 bedraagt. De heffingsambtenaar heeft ter zitting aangegeven geen inzicht te kunnen verschaffen in de waardering van de tot de onroerende zaak behorende garage en de garages die horen bij de referentieobjecten. Na de zitting heeft de heffingsambtenaar schriftelijk laten weten het gevraagde inzicht wel te kunnen verschaffen, maar het hof ziet in deze mededeling geen reden tot heropening van de zaak. Het hof verenigt zich met de conclusie die de heffingsambtenaar op de zitting heeft getrokken dat de WOZ-waarde van de woning van X moet worden verlaagd met € 10.000 naar € 170.000. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 8:68

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen