Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X, ondanks intensief verleende zorg aan zijn vader, niet in aanmerking komt voor de partnervrijstelling. In het jaar voor het overlijden van de vader beschikte X niet over een mantelzorgcompliment.

Belanghebbende, X, woont vanaf het jaar 1982 bij zijn vader en staat daar ook in de Basisregistratie Personen ingeschreven. X verleent in het jaar 2013 intensieve zorg aan zijn vader die aan asbestkanker lijdt. X heeft over het jaar 2013 niet en over het jaar 2014 wel een mantelzorgcompliment ontvangen. Half maart 2014 wordt de vader overgebracht naar een hospice waar hij kort daarna overlijdt. X en zijn zus zijn ieder voor de helft erfgenaam. In zijn aangifte erfbelasting claimt X de partnervrijstelling. De inspecteur en de rechtbank staan toepassing daarvan niet toe. X komt in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X niet in aanmerking komt voor de partnervrijstelling omdat hij over het kalenderjaar voorafgaand aan het overlijden geen mantelzorgcompliment heeft ontvangen. De tekst van de SW 1956 en de wetsgeschiedenis kunnen niet tot een andere conclusie leiden dan dat X geen recht heeft op deze vrijstelling. Volgens het hof komt X ook niet op grond van het gelijkheidsbeginsel van art. 26 IVBPR of art. 14 EVRM in aanmerking voor de partnervrijstelling. Het hoger beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Vrijstellingen schenk- en erfbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Successiewet 1956 32

Successiewet 1956 1a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen