De Hoge Raad oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van de invoer-BTW. Recht op aftrek bestaat namelijk alleen wanneer de importeur de goederen voor belaste handelingen gebruikt.
X bv exploiteert een douane-entrepot. In het douane-entrepot is een partij nikkel ingeslagen. In of omstreeks het vierde kwartaal 2012 blijkt dat de partij nikkel is gestolen. X bv doet vervolgens in januari 2013 aangifte van diefstal en stelt de Belastingdienst/Douane op de hoogte. In verband met de diefstal moet X bv € 557.946 aan invoer-BTW afdragen. De Belastingdienst/Douane reikt daartoe met dagtekening 1 mei 2013 een UTB van BTW uit. X maakt vervolgens bezwaar tegen de teruggaafbeschikking die volgt op de BTW-aangifte over het tijdvak mei 2013. Zij verzoekt daarbij om teruggaaf van de betaalde invoer-BTW. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het recht op aftrek uiterlijk in januari 2013 is ontstaan en dat X bv dit recht dan ook had moeten uitoefenen bij de aangifte over het tijdvak januari 2013. X bv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van de invoer-BTW. Recht op aftrek bestaat namelijk alleen wanneer de importeur de goederen voor belaste handelingen gebruikt. Hierbij geldt dat personen die goederen invoeren waarvan zij niet de eigenaar zijn, de BTW alleen dan kunnen aftrekken wanneer de kosten van de ingevoerde goederen zijn opgenomen in de prijs van de bijzondere handelingen in een later stadium. Nu X bv een opslagbedrijf exploiteert dat opslagdiensten verricht en zij de kostprijs van de in opslag gehouden partij nikkel niet heeft opgenomen in de prijs van haar dienstverlening, wordt niet aan deze voorwaarde voldaan. Dat X bv de BTW pas in aftrek kan brengen nadat zij in het bezit is gekomen van een document waarin de mededeling is opgenomen van het verschuldigde BTW-bedrag, en het oordeel van het hof op dit punt dus onjuist is, baat X bv dus niet. Ook het feit dat X bv, ter vervanging van de gestolen partij, de aanschafkosten heeft moeten dragen van een vervangende partij nikkel, doet geen recht op aftrek van de BTW ontstaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 2
Wet op de omzetbelasting 1968 18
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 mei
Carrousel: Carrousel