Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de inspecteur de oorzaak van de wijziging in het toeslagpartnerschap van X en haar moeder voor wat betreft de terugvordering had moeten aanmerken als een bijzondere omstandigheid. X hoeft het voorschot dus niet terug te betalen.
X woont van 1 januari 2019 tot 8 november 2019 met drie volwassenen – X zelf, haar moeder en haar meerderjarige zus – en haar twee minderjarige kinderen op het woonadres van haar moeder. Op 8 november 2019 laat haar zus zich op dat adres uitschrijven, zodat (automatisch) toeslagpartnerschap ontstaat tussen X en haar moeder. In geschil is of de Belastingdienst vervolgens terecht het voorschot kindgebondenbudget van 1 januari 2019 tot 8 november 2019 van X terugvordert.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de inspecteur de oorzaak van de wijziging in het partnerschap van X en haar moeder voor wat betreft de terugvordering had moeten aanmerken als een bijzondere omstandigheid (zie ABRvS 23 oktober 2019, 201802802/1/A1, V-N 2019/52.21). De rechtsgevolgen van het met terugwerkende kracht terugvorderen kunnen niet in stand blijven. Het gezamenlijk inkomen daalde door het vertrek van de zus. Juist in die situatie is het wrang dat het budget met terugwerkende kracht wordt teruggevorderd. X hoeft het voorschot dus niet terug te betalen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 26
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 3 mei