Belanghebbende X voert een discussie met de inspecteur over zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2015. Het gaat daarbij om de aftrek van specifieke zorgkosten. X heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag 2015 op 9 februari 2018. Op 14 februari 2019 doet de inspecteur hierop een uitspraak op bezwaar. X is van mening dat hij recht heeft op een dwangsom. De inspecteur wijst dit af.
Hof Den Haag oordeelt dat de fiscus in deze zaak inderdaad geen dwangsom verschuldigd is. Ingevolge art. 4:17 Awb verbeurt de inspecteur een dwangsom indien hij niet tijdig op een bezwaarschrift beslist. Deze dwangsom is verschuldigd op de eerste dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de inspecteur van X een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen. Deze ingebrekestelling is ontvangen op 31 januari 2019 waarna op 14 februari 2019 uitspraak op bezwaar is gedaan. Zodoende is de termijn van twee weken niet overschreden. Het feit dat in deze uitspraak op bezwaar door de inspecteur niet wordt ingegaan op de schriftelijke reactie van X naar aanleiding van de vorige uitspraak op bezwaar doet daar niets aan af. De uitspraak op bezwaar is voldoende gemotiveerd. X heeft geen recht op uitbetaling van een dwangsom.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 8 oktober