Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de kinderen in 2015 doorgaans ten minste drie gehele dagen per week bij hem verblijven. X maakt ook niet aannemelijk dat hij en Y in 2015 van het ouderschapsplan zijn afweken en hij minder is gaan werken.

X en zijn echtgenote Y gaan in 2015 uit elkaar en stellen een ouderschapsplan op waaraan zij uitvoering geven. De kinderen verblijven in de even weken een hele dag en in de oneven weken twee gehele dagen bij X. Als X in zijn aangifte IB 2015 de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) claimt, kent de inspecteur die niet toe omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de kinderen doorgaans ten minste drie gehele dagen per week bij X verblijven. X gaat in beroep en stelt dat hij recht heeft op de IACK omdat de feitelijke gang van zaken afwijkt van het ouderschapsplan en zijn kinderen wél feitelijk drie dagen en drie nachten per week bij hem verblijven. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van X ongegrond.

Hof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Volgens het hof heeft X niet aannemelijk gemaakt dat de kinderen in 2015 doorgaans ten minste drie gehele dagen per week bij hem verblijven. X maakt ook niet aannemelijk dat hij en Y in 2015 van het ouderschapsplan zijn afweken en hij in 2015 minder is gaan werken. Het tegendeel (X is meer gaan werken) blijkt uit de uitbetaling door zijn werkgever. Deze uitbetaling ziet op overwerkuren of niet opgenomen vakantie-uren zo stelt het hof vast. Het hof oordeelt dat X geen recht heeft op IACK.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 27 oktober

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen