X komt in bezwaar en beroep tegen drie WOZ-beschikkingen 2019.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat het beginsel van equality of arms niet is geschonden als een van de partijen door technische problemen niet via een beeldverbinding maar enkel telefonisch kan deelnemen aan de zitting. De telefoonverbinding was goed en de gemachtigde van X heeft zich telefonisch goed kunnen uiten. De gemachtigde heeft kort voor de zitting het nieuwe standpunt ingenomen dat de WOZ-waarde van twee van de drie objecten niet te hoog, maar juist te laag is vastgesteld. Die twee zaken zijn aangehouden om de heffingsambtenaar in de gelegenheid te stellen om op dit gewijzigde standpunt te reageren. Daarna heeft een nadere zitting plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat een van de objecten inderdaad te laag is gewaardeerd. Het andere object is dat niet en het derde object is gelet op de eigen koopsom niet te hoog vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep deels gegrond, maar kent geen proceskostenvergoeding toe voor het verschijnen van de gemachtigde op de nadere zitting. Het is immers aan de gemachtigde zelf te wijten dat deze nadere zitting nodig was.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 3
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 25 januari