Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat ondanks de omvangrijke vastgoedportefeuille en het professionele eigen beheer er geen materiële IB-onderneming is.

H bv verhuurt circa 1100 garageboxen en 57 bedrijfsruimten in Oost-Nederland. De geschatte waarde van dit vastgoed is € 10 mln. Alle aandelen in H bv zijn in handen van de heer A en zijn echtgenote B. In 2016 schenkt A bij notariële akte aandelen in H bv ter waarde van € 61.143 aan dochter X1 (belanghebbende). In geschil is of X1 terecht de SW-bedrijfsopvolgingsfaciliteit claimt en in het bijzonder of H bv een materiële IB-onderneming drijft. Volgens Rechtbank Gelderland drijft H bv geen materiële onderneming, omdat haar activiteiten niet meer zijn dan normaal actief vermogensbeheer. X1 gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat ondanks de omvangrijke vastgoedportefeuille en het professionele eigen beheer er geen materiële IB-onderneming is. Het maakt niet uit dat het beheer veel tijd kost, een actief huurdersbeleid wordt toegepast en dat de portefeuille steeds met nieuwe objecten wordt uitgebreid. Bovendien is niet aannemelijk dat wordt voldaan aan de ‘rendement-plus’-eis. Zo wordt het brutorendement herleid uit een beginvermogen van € 182.000, terwijl de waarde in het economische verkeer per 1 januari 2015 € 10 miljoen is. Het beroep van X1 is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Successiewet 1956 35b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen