Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het kantoorpand.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een kantoorpand. In geschil is of X bv gedurende een periode dat het pand leegstaat recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het kantoorpand. Aftrek is slechts mogelijk wanneer de voorbelasting is toe te rekenen aan belaste handelingen, en dat is in dit geval niet aannemelijk geworden. In het algemeen wordt in situaties als deze het voornemen tot belaste verhuur voorondersteld. De omstandigheid dat tijdens de controle is geconstateerd dat X bv het pand om niet ter beschikking heeft gesteld aan een gelieerde bv, dat over het jaar 2012 geen huur is betaald en dat ook geen facturen zijn uitgereikt, leidt naar het oordeel van de rechtbank in dit geval tot het bewijsvermoeden dat tijdens de leegstand sprake is geweest van voorgenomen gebruik voor niet-belaste handelingen. X bv slaagt er niet in om dit bewijsvermoeden te ontzenuwen. De enkele stelling van X bv en haar directeur dat het kantoorpand zowel belast als vrijgesteld had kunnen worden verhuurd en dat in geen enkel geval het voornemen heeft bestaan het pand voor niet-belaste handelingen te gebruiken is daarvoor niet voldoende. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslagen omzetbelasting. De boetes wegens grove schuld blijven in stand, maar worden wel gematigd met 15% wegens termijnoverschrijding. De immateriële schadevergoeding en de proceskostenvergoeding worden gematigd wegens samenhang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 21 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen