Rechtbank Noord-Nederland bepaalt dat er geen voorziening kan worden gevormd voor te betalen transitievergoedingen nu er geen sprake is van een redelijke mate van zekerheid omtrent het vertrek van personeel.

Belanghebbende heeft bij het bepalen van zijn belastbare winst met betrekking tot zijn aangifte IB/PVV 2014 € 79.956 gedoteerd aan een voorziening bestemd voor te betalen transitievergoedingen op grond van de in 2015 nieuwe wetgeving. De inspecteur accepteert de dotatie niet. Belanghebbende gaat in beroep.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de dotatie terecht is geweigerd. Op grond van het baksteenarrest, HR 26 augustus 1998, nr. 33417, BNB 1998/409 moet op het moment van doteren met betrekking tot de toekomstige uitgaven een redelijke mate van zekerheid bestaan. Er bestond geen redelijke mate van zekerheid dat bepaalde werknemers belanghebbende als werkgever onvrijwillig zouden moeten verlaten. Ook de maatschappelijke trend dat werknemers niet langer heel hun leven bij dezelfde werkgever werken acht de rechtbank onvoldoende. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 3 mei

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen