Rechtbank Den Haag oordeelt dat de duurzaam opgewekte elektriciteit eigendom is van de coöperatieve vereniging en niet van haar leden. Voor het eigen gebruik c.q de zelflevering door de leden is de leverancier dus toch gewoon energiebelasting verschuldigd.

Belanghebbende, X bv, is een erkende leverancier van elektriciteit en bezit een vergunning om aan kleinverbruikers elektriciteit te leveren. X bv heeft een contract met een coöperatieve vereniging. Deze vereniging exploiteert eigen windturbines. De aldus opgewekte elektriciteit wordt via een bv geleverd aan X bv. In geschil is of X bv voor het eigen gebruik c.q de zelflevering door de leden van de vereniging energiebelasting is verschuldigd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de opgewekte elektriciteit eigendom is van de vereniging en niet van haar leden. Er is in zoverre dus ook geen sprake van eigen gebruik. Verbruik van elektriciteit door de leden is slechts mogelijk na overdracht. Deze overdracht geschiedt door tussenkomst van X bv en deze heeft hiervoor dus terecht energiebelasting afgedragen. X bv beroept zich ook vergeefs op een (buitenwettelijke) vrijstelling vanwege het doel en de strekking van de energiebelasting, dan wel de onverenigbaarheid met Nederlandse en Europese (fiscale) milieudoelstellingen. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 50

Wet belastingen op milieugrondslag 48

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 9 augustus

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen