Rechtbank Den Haag oordeelt dat winstneming op grond van goed koopmansgebruik mocht worden uitgesteld. Er was namelijk vooral grote onzekerheid omtrent het ledental in de toekomst.

Belanghebbende, X cv, is een coöperatieve vereniging, die de gezamenlijke inkoop en marketing voor circa 700 aangesloten drogisterijen verzorgt. In april 2007 verkoopt X cv haar merken en domeinnamen aan een dochter-bv. Er is overeengekomen dat de prijs pas in januari 2010 zal worden betaald en dat de hoogte afhankelijk is van het aantal overgebleven drogisterijen (de 'blijvers'). Op 31 januari 2010 ontvangt X cv de verkoopprijs van € 693.000. In geschil is de VPB-aanslag over 2010. In de aangifte is de opbrengst in dat jaar tot de winst gerekend. Volgens X cv had de inspecteur de opbrengst echter al in 2007 moeten belasten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat winstneming op grond van goed koopmansgebruik mocht worden uitgesteld tot 2010. Er was in 2007 namelijk vooral grote onzekerheid omtrent het aantal blijvers. In 2006 verkeerde X cv financieel in zeer zwaar weer en was het voortbestaan van de organisatie onzeker. Met name hierdoor was het aantal blijvers in 2007 niet goed in te schatten. Aangenomen dat de winstneming wel in 2007 had moeten plaatsvinden, dan kan de fout in 2010 worden hersteld door toepassing van de foutenleer. Het beroep van X cv is ongegrond.

Lees ook het thema Stakingswinst

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 16 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen