Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de in 2015 geplaatste noodlokalen meegenomen moeten worden bij het bepalen van de WOZ-waarde 2017 van het schoolgebouw van X.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een schoolgebouw voor middelbaar onderwijs. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2017 van € 4.990.000 naar € 4.240.000.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de in 2015 geplaatste noodlokalen meegenomen moeten worden bij het bepalen van de WOZ-waarde 2017 van het schoolgebouw van X. De noodlokalen zijn volgens de rechtbank aan te merken als gebouwd eigendom. Door de aangelegde voorzieningen zoals elektra en riolering is aannemelijk dat de noodlokalen voor een langere periode blijven staan. De noodlokalen moeten daarom samen met het hoofdgebouw voor de Wet WOZ als één onroerende zaak worden gewaardeerd. Voor het vaststellen van de restwaarde heeft de heffingsambtenaar niet aannemelijk gemaakt dat hij terecht is uitgegaan van de kengetallen uit de Taxatiewijzer. X heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat de door haar gehanteerde percentages voor de restwaarden juist zijn. De rechtbank stelt de restwaarde voor ruwbouw, afbouw en installaties daarom schattenderwijs vast op respectievelijk 15%, 10% en 15%. De rechtbank stelt de WOZ-waarde schattenderwijs vast op € 6.000.000. Omdat deze waarde hoger is dan de beschikte waarde, is het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 8 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen