Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de prijs per kubieke meter van een referentiewoning in een WOZ-procedure is uitgegaan van een veel te kleine inhoudsmaat.

X is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn woning. Rechtbank Noord-Holland schorst het onderzoek en stelt de heffingsambtenaar in de gelegenheid om de bouwtekening en de inhoudsberekeningen van een aantal referentiewoningen te overleggen. Een maand later reageert de heffingsambtenaar dat hij de gevraagde stukken niet kan overleggen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de prijs per kubieke meter van een referentiewoning is uitgegaan van een veel te kleine inhoudsmaat. De heffingsambtenaar kent aan deze woning een inhoud toe van 555 m³. X stelt op basis van de plattegronden uit de verkoopfolder dat de inhoud circa 1.140 m³ is. De heffingsambtenaar heeft niet voldaan aan zijn bewijsaanbod de bouwtekening en inhoudsberekening van deze woning te overleggen. Dat betekent dat de heffingsambtenaar de prijs per kubieke meter voor deze woning heeft berekend op basis van een inhoudsmaat die hij niet aannemelijk kan maken. De berekening van de prijs per kuub is daarmee volstrekt onbruikbaar. De rechtbank volgt de berekening van X die neerkomt op een halvering van de kuubsprijs voor deze woning. De rechtbank verlaagt op basis hiervan de WOZ-waarde van de woning van X naar € 1.701.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 november

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen