X is eigenaar van een woning. De heffingsambtenaar van de gemeente Oude IJsselstreek stelt de waarde naar waardepeildatum 1 januari 2011 vast op € 321.000. Rechtbank Oost-Nederland vermindert de waarde tot € 254.000. X komt in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar heeft onvoldoende rekening gehouden met de aanwezigheid van ernstige vervuiling. Hij heeft niet voldoende toegelicht dat het toepassen van een zogenoemd rompslompforfait van tien percent toereikend is. De eigenaar van de fabriek heeft onderzoek laten doen naar de verontreiniging, maar wil de resultaten daarvan niet vrijgeven. De heffingsambtenaar heeft deze ingezien, maar mag deze niet openbaar maken. Dit doet er niet aan af dat meer inzicht had kunnen worden geboden. Nu dit ontbreekt, moet de onzekerheid omtrent de (ernst van de) vervuiling en de invloed daarvan op de waarde voor risico van de heffingsambtenaar komen. Het hof verwerpt het standpunt van X dat dat de onroerende zaak geen enkele waarde vertegenwoordigt aangezien deze onverkoopbaar is ten gevolge van de bodemverontreiniging. Het hof vermindert de waarde in goede justitie tot € 160.000.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17