X exploiteert een zogenoemde arbodienst en was ingedeeld in sector 44 (Zakelijke dienstverlening II). Op 15 mei 2015 oordeelt Hof Amsterdam dat X behoort tot sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen). X verzoekt om met ingang van 1 januari 2009 te worden ingedeeld in sector 35. De inspecteur deelt X echter met ingang van 1 april 2014 in die sector in. Het bezwaar van X wordt ongegrond verklaard. X komt in beroep. In geschil is met ingang van welke datum X moet worden ingedeeld in sector 35.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de uitspraak van Hof Amsterdam aan te merken als nieuwe jurisprudentie omdat deze uitspraak afwijkt van de vaste gedragslijn die de Belastingdienst voor die tijd aanhield. Uit het door de inspecteur gevoerde beleid vloeit dan voort dat aan de wijziging van de sectorindeling geen verdere terugwerkende kracht wordt verleend dan tot 1 april 2014. Niet gesteld of gebleken is dat zich in dit geval bijzondere omstandigheden voordoen welke indeling met ingang van een voor 1 april 2014 (aanvang van het lopende aangiftetijdvak) gelegen datum rechtvaardigen. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 97
Wet financiering sociale verzekeringen 96
Wet financiering sociale verzekeringen 95
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 5 december