Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de bewoners van het gezinsvervangende tehuis moeten worden aangemerkt als een met een gezin gelijk te stellen duurzame leefeenheid. De aanslag zuiveringsheffing wordt daarom verlaagd naar het tarief dat voor woonruimten geldt.

Stichting Zorgenloos huurt een woning voor de huisvesting van acht (verstandelijk) beperkte (jong)volwassenen. Iedere bewoner beschikt over een eigen toilet, douche en zitkamer. Daarnaast is er een gemeenschappelijke woonkamer en een keuken. In geschil is de aanslag zuiveringsheffing van € 471, waarbij de woning als bedrijfsruimte is gekwalificeerd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de bewoners moeten worden aangemerkt als een met een gezin gelijk te stellen duurzame leefeenheid. De bewoners hebben namelijk een huurcontract voor onbepaalde tijd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld studentenhuizen, maar ook bij andere vormen van begeleid wonen, is er dus geen sprake van een regelmatige wisseling. In aanmerking genomen dat er ook heden ten dage nog gezinnen van een nog veel grotere omvang dan acht personen voorkomen, is nog steeds sprake van 'gezinswonen'. De aanslag wordt daarom verlaagd naar het tarief dat voor woonruimten geldt.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 25 mei

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen