Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht een NiNbi-beschikking heeft afgegeven aan X. De inspecteur handelt verder niet onrechtmatig door de gegevens uit deze beschikking te verstrekken aan het College van Zorgverzekeraars. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in België. Hij ontvangt een AOW-uitkering uit Nederland. De inspecteur geeft een NiNbi-beschikking af waarin het ‘niet in Nederland belaste inkomen' is vastgesteld op nihil. X bestrijdt op verschillende gronden de rechtmatigheid van de afgegeven beschikking.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 23 oktober 2014, 13/01070, V-N Vandaag 2014/2518) verwerpt de grieven van X tegen de NiNbi-beschikking. Het hof oordeelt dat X onder de personele werkingssfeer van Verordening 1408/71 valt, dat de uitbreiding van deze verordening tot postactieven niet onrechtmatig is en dat wordt voldaan aan alle voorwaarden van art. 28 van de verordening. X heeft recht op zorgverstrekking in België ten laste van Nederland. Nederland is bevoegd daarvoor een bijdrage te heffen. De heffing van deze bijdrage krachtens art. 69 Zorgverzekeringswet is niet in strijd met art. 104 van de Grondwet. De inspecteur is bevoegd de NiNbi-beschikking af te geven en handelt niet onrechtmatig door deze gegevens te verstrekken aan het College voor Zorgverzekeraars.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 69

BWBR0017148, 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen