Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hanteren van de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf voor de forensenbelasting geen verboden differentiatie naar draagkracht is.

Belanghebbende krijgt een aanslag forensenbelasting. Hij stelt dat er sprake is van een ongelijke behandeling omdat ingezetenen van een gemeente geen forensenbelasting betalen en niet-ingezetenen wel. Daarnaast stelt hij onder meer dat er sprake is van het hanteren van een tariefstructuur in strijd met het heffen naar draagkracht.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hanteren van de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf voor de forensenbelasting geen verboden differentiatie naar draagkracht is. Verwezen wordt naar een memorie van antwoord bij de parlementaire behandeling van een wijziging van de Gemeentewet, waar gesteld wordt dat het mogelijk is om een tariefstructuur te koppelen aan objectieve criteria die in een meer indirect verband een relatie met inkomen kunnen hebben, zoals de waarde van onroerend goed. De waarde van de woning van belanghebbende houdt slechts indirect verband met zijn inkomen of vermogen en er is dus geen sprake van verboden differentiatie. Dat de forensenbelasting alleen geheven wordt van niet-ingezetenen is inherent aan de belasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 4 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen