De Hoge Raad oordeelt dat de heffingsambtenaar onder omstandigheden mag afwijken van de richtsnoeren uit de Taxatiewijzer. Hij moet dan wel aannemelijk maken dat een afwijking gerechtvaardigd is.

Stichting X is eigenaar en gebruiker van een dagactiviteitencentrum. Zij is het niet eens met de door de heffingsambtenaar vastgestelde WOZ-waarde 2017 van de uit 1997 stammende onroerende zaak. X wijst er daarbij op dat in de Taxatiewijzer Verzorging voor de installaties wordt uitgegaan van een levensduur van 10 tot 20 jaren. X is dan ook van mening dat voor de installaties de restwaarde is bereikt, omdat de onroerende zaak 19 jaren oud is. In het taxatierapport wordt echter uitgegaan van een levensduur van 25 jaren. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X moet bewijzen dat sprake is van technische veroudering van de installaties. Omdat het gebouw en de installaties op de waardepeildatum nog normaal functioneren en het huidige gebruik niet op korte termijn zal worden beëindigd, mag voor de technische veroudering rekening worden gehouden houden met een verlengde levensduur en de invloed daarvan op de in aanmerking te nemen restwaarde. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof er ten onrechte vanuit gaat dat de bewijslast ten aanzien van de technische afschrijving op X rust. Uit het systeem van de wet volgt namelijk dat bij het bepalen van de vervangingswaarde rekening moet worden gehouden met technische afschrijving, zodat de normale regels omtrent stelplicht en bewijslast van toepassing zijn op deze technische afschrijving. Dit leidt echter niet tot cassatie. Volgens de Hoge Raad kunnen er redenen zijn om bij de bepaling van de technische afschrijving en/of de restwaarde af te wijken van de richtsnoeren uit de Taxatiewijzer. Bijvoorbeeld wanneer een bepaalde restwaarde van een onroerende zaak is bereikt, terwijl de onroerende zaak nog in gebruik is bij de eigenaar/gebruiker en dezelfde functie als daarvoor blijft vervullen. Het is dan wel aan de partij die de afwijking voorstaat, om dat aannemelijk te maken. Nu het hof heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar terecht is afgeweken van de richtsnoeren uit de Taxatiewijzer, verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 26 oktober

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen