Hof Den Haag verklaart het hoger beroep van X bv tegen de WOZ-waarde ongegrond, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe vanwege de weigering van de heffingsambtenaar om de niet geanonimiseerde gegevens van de vergelijkingsobjecten te verstrekken.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een bedrijfsruimte bestaande uit twee bouwlagen met op de eerste verdieping vooral verkoopruimte en de tweede verdieping vooral opslag. X bv bepleit in hoger beroep verlaging van de WOZ-waarde 2016 van € 914.000 naar € 790.000.

Hof Den Haag verklaart het hoger beroep van X bv tegen de WOZ-waarde ongegrond, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe vanwege de weigering van de heffingsambtenaar om de niet geanonimiseerde gegevens van de vergelijkingsobjecten te verstrekken. Deze gegevens zijn volgens het hof aan te merken als op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in art. 7:4 Awb. De heffingsambtenaar had deze stukken voorafgaand aan de hoorzitting niet geanonimiseerd ter inzage moeten leggen. De heffingsambtenaar heeft dit ten onrechte geweigerd. Hierin ziet het hof aanleiding de proceskosten van de beroeps- en hogerberoepsfase (€ 2304) en griffierechten (€ 841) aan X bv te laten vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 15 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen