X is eigenaar van de objecten a-straat 10 (vrijstaande woningen), 14 en 16 (twee-onder-één-kapwoningen), 18 (vrijstaande woning met aanbouw), 20A (vrijstaande woning) en 22 (voormalige steenfabriek met vier loodsen). Rechtbank Leeuwarden verklaart het beroep niet-ontvankelijk ten aanzien van a-straat 10, gegrond ten aanzien van a-straat 18 en 20A en ongegrond voor de overige objecten.
Hof Leeuwarden (MK I, 4 december 2012, 11/00218, 11/00219, 11/00220, 11/00221, 11/00222 en 12/00327, V-N Vandaag 2012/2856) oordeelt dat de heffingsambtenaar niet heeft onderkend dat het bewaarschrift van X mede betrekking had op het object a-straat 10. Uit de inhoud van het bezwaarschrift blijkt echter dat dit wel het geval was. Het hof oordeelt dat de rechtbank op dit punt ten onrechte heeft besloten tot niet-ontvankelijkverklaring. In zoverre is het beroep gegrond en heeft X recht op een vergoeding van rechtsbijstand (€ 847) en deskundigenbijstand door een taxateur (€ 150 vermeerderd met btw). Nu de rechtbank in één uitspraak op de vijf beroepen van X heeft beslist, is in hoger beroep ten onrechte vijfmaal griffierecht geheven. X krijgt het teveel betaalde griffierecht terug. Het hof wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar die alsnog moet beslissen op het bezwaar tegen a-straat 10. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 2 mei