X bv vormt een fiscale eenheid voor de VPB met een aantal dochtermaatschappijen. De vennootschappen houden zich onder andere bezig met de handel in en exploitatie van onroerende zaken. Verder worden ook boten geëxploiteerd. In de jaren 2004-2006 worden diverse activa (onder andere een sauna) verkocht. De hierbij gerealiseerde winsten brengt X bv onder in een HIR. De inspecteur is van mening dat de bij de verkoop van de sauna in 2005 gevormde HIR in 2008 moet vrijvallen. X bv stelt dat zij in 2008 bezig was met de aankoop van een recreatiepark met chalets en caravans.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij per ultimo 2008 een begin van uitvoering heeft gegeven aan haar voornemen tot herinvesteren in een recreatiepark. De rechtbank overweegt hierbij dat er sprake is van een overeenkomst die alleen door de verkoper is ondertekend, en niet door X bv. Verder wijst de rechtbank er op dat uit de overeenkomst niet is af te leiden om hoeveel chalets en caravans het gaat. De aanslag blijft in stand.
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 5 maart