Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar mocht afzien van het horen van X in diens woning. 

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2013 van zijn woning. X wil worden gehoord in zijn bezwaar, maar alleen in zijn eigen woning of in een andere door hem aan te wijzen plaats. In geschil is of de heffingsambtenaar mocht afzien van het horen van X voordat hij uitspraak op bezwaar deed.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar mocht afzien van het horen van X in diens woning. Uitgangspunt is dat het horen gebeurt op een door de heffingsambtenaar vastgesteld tijdstip en te bepalen plaats (vgl. HR 15 mei 2009, nr. 08/00437, V-N 2009/24.9). Nu een taxateur van de gemeente de woning op 22 november 2012 inpandig heeft opgenomen, was de gemeente voldoende op de hoogte van de toestand waarin de woning van X verkeerde. Een hoorgesprek in de woning van X zou geen toegevoegde waarde hebben gehad. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond, nu de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk maakt dat de WOZ-waarde niet op een te hoog bedrag is vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen