X werkt als schoonmaker op Schiphol en wordt in 2008 strafrechtelijk veroordeeld voor betrokkenheid bij drugstransporten. Omdat X zijn IB-aangifte over 2007 niet tijdig indient, legt de inspecteur ambtshalve een aanslag op. X dient vervolgens een aangifte in, waarin hij hypotheekrente in aftrek brengt. De inspecteur accepteert de aftrek niet. Hij stelt dat, als X al recht heeft op de aftrek, deze kosten wegvallen tegen de verdiensten die hij uit zijn criminele activiteiten heeft genoten, en die niet heeft aangegeven.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur zich terecht op interne compensatie heeft beroepen. Volgens het hof heeft X weliswaar recht op aftrek van de hypotheekrente, en bedraagt zijn box 3-vermogen nihil, maar is de aanslag niet te hoog vastgesteld. Het hof verwerpt hierbij de stelling van X dat hij geen inkomsten uit zijn betrokkenheid bij de drugstransporten heeft genoten. Met deze stelling heeft hij namelijk niet laten blijken dat hij geen voordeel heeft genoten. Ook acht het hof de correctie qua omvang redelijk. Het hof stelt de inspecteur in het gelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120