Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij is Ultimate Beneficiair Owner van de Gibraltarese vennootschap Y Ltd. Volgens het GBA woont X in de jaren 1994 - 2015 op Guernsey. Tot 11 augustus 2004 was X directeur van Q Ltd. Deze vennootschap heeft als doelomschrijving ‘opening secret bankaccounts all over de world’. In de loop van 2013 komt X bij de inspecteur in beeld als binnenlands belastingplichtige door de werkzaamheden van een projectgroep die onderzoek doet naar rekeninghouders van niet-identificeerbare bankrekeningen. De inspecteur legt diverse IB-(navorderings)aanslagen voor de jaren 2008 - 2011 op aan X. Hierbij houdt hij geen rekening met de AOW-uitkering. X stelt echter dat hij niet binnenlands belastingplichtige is. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in de jaren 2008 - 2011 in Nederland woont en binnenlands belastingplichtige is. Het hof houdt – via interne compensatie – ook rekening met de AOW-uitkering. X gaat in cassatie. Hij stelt daarbij dat de inspecteur in hoger beroep zijn beroep op interne compensatie heeft laten vallen.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte rekening heeft gehouden met de AOW-uitkering van X. De inspecteur heeft de AOW-uitkering namelijk pas in hoger beroep opgevoerd als element van de (navorderings)aanslagen. Nu uit het proces-verbaal blijkt dat de inspecteur heeft verklaard dat hij in hoger beroep geen beroep (meer) doet op interne compensatie, is het gelijk aan X. De Hoge Raad vermindert de (navorderings)aanslagen 2009 en 2010.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Wet inkomstenbelasting 2001 2.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 22 maart