Belanghebbende, X, is eigenaar van een maisonnette, een berging en een parkeerplaats. Op 1 februari 2007 heeft X deze drie onroerende zaken gekocht voor een bedrag van € 187.500. In geschil is de WOZ-waarde 2010 van de maisonnette. De waarden van de berging en de parkeerplaats zijn niet in geschil. In beroep heeft Rechtbank Leeuwarden de waarde verlaagd van € 226.000 naar € 215.000. X bepleit in hoger beroep een waarde van € 190.000. De heffingsambtenaar – die incidenteel hoger beroep heeft ingesteld – betoogt dat de waarde van € 226.000 juist is.
Hof Leeuwarden oordeelt dat de gemeente, mede gelet op de eigen koopsom, niet aannemelijk maakt dat de maisonnette op 1 januari 2009 ten minste € 226.000 waard is. De heffingsambtenaar heeft gesteld dat door persoonlijke omstandigheden bij de verkoper de koopsom van € 187.500 niet marktconform was. X heeft dit gemotiveerd weersproken, onder meer door te wijzen op het feit dat de woning drie jaar en via achtereenvolgende makelaars te koop heeft gestaan. Conclusie is dat de maisonnette, de berging en de parkeerplaats op 1 februari 2007 € 187.500 waard waren. Hiermee rekening houdend stelt het hof de WOZ-waarde 2010 van de maisonnette in goede justitie vast op € 188.000. Het hoger beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Leeuwarden