Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning gelegen aan een dijk. In geschil is de WOZ-waardering 2015 en in het bijzonder toepassing van de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken.

Hof Den Haag besluit in hoger beroep tot een verdere verlaging van de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X. Nu de heffingsambtenaar de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken heeft toegepast op een te klein oppervlak (417 m² in plaats van 515 m²), heeft hij de waarde van de woning niet aannemelijk gemaakt. Het hof volgt de door X bepleite WOZ-waarde van € 162.000 en neemt daarbij het volgende in aanmerking. X stelt terecht dat bij het bepalen van de waarde van de grond waarop de uitzondering van toepassing is, de functie van de grond in aanmerking moet worden genomen. De rechtbank heeft dit miskend door alle onder de uitzondering vallende vierkante meters grond te waarderen naar de goedkoopste prijs van de grondstaffel. Dit terwijl tussen partijen niet in geschil is dat de waarderingsuitzondering niet alleen van toepassing is op een gedeelte van het perceel grasland, maar ook op een gedeelte van het perceel rond de woning.

Deze uitspraak is aan de redactie ter beschikking gesteld door de heer D.K. Bos van Dama dama B.V. Juridische Zaken.

[Bronuitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-f

Wet waardering onroerende zaken 17